Projecten

Maquette maken - 1ste leerjaar - juf Karin

Veel doelen van wereldoriëntatie en andere leergebieden bereiken we door projectwerking.

Het werken met projecten, het ervaringsgericht werken, is een van de belangrijkste uitgangspunten van onze leefschool.

De keuze van een project kan komen vanuit de kring (spreekmoment in de klas) of vanuit de actuamomenten (Karrewiet) of vanuit de klasraad of vanuit een sprokkelmoment. 'Sprokkelen' betekent dat we gericht op zoek gaan naar een onderwerp voor een project. voorbeelden hiervan zijn : Waarom sterft het koraalrif af? Hoe komt het dat de boot van Sinterklaas niet zinkt?

Tijdens de sprokkelweek is het belangrijk dat de kinderen hun ideeën toelichten of verdedigen. Ze proberen de andere leerlingen te overtuigen. Dit is een democratisch proces.

We overlopen enkele criteria: kan iedereen meedoen? kunnen we iets bijleren? past het in het seizoen? is het nieuw/uitdagend/realistisch?

Via Hoofd (weten), Handen (doen) en Hart (zijn, voelen) bepalen de kinderen de projectdoelen. De begeleider voegt relevante doelen toe, ook uitgaand van de leerplannen.

  • Hoe willen we zijn ? (Hart = attitudes)

  • Wat willen we daarover weten ? (Hoofd = kennen)

  • Wat willen we doen ? (Handen = kunnen)

  • Wat wordt het eindproduct of eindproces?

We stellen in overleg een taakverdeling op en komen samen tot een planning. Ook de praktische kant wordt uitgediept. Hebben we hier budget voor? Welke ruimtes kunnen we benutten? Kunnen we samenwerken met buitenstaanders? Met wie nemen we contact op?

Tot slot werken we naar een eindproduct (een tentoonstelling, een muzische activiteit, een plakboek, een filmpje, een uitstap …) in verband het project. In deze slotfase komen de bereikte inhouden tot uiting. Bijvoorbeeld : kinderen maakten zelf een boek en nodigden dan de ouders uit om te komen kijken. Ze legden dan uit aan de (groot)ouders, medeleerlingen, ... waar het boek over gaat en waarom ze dit gekozen hebben.

Na het project volgt er een evaluatiemoment.

Hebben we onze doelen bereikt? Dit gaan we na door een toets in verband met de leerstof. Deze wordt achteraf besproken tijdens het kindcontact en/of tijdens een klassikaal moment.

Klopte onze planning? We gaan samen afvinken op de kalender.

Wat kan er volgende keer beter? We noteren onze bevindingen.

Alle projecten worden bijgehouden in het projectboek van de klas.